in

Regenboogpolitiek: rustige geest, rechte rug, kalm hart

Een deel van de activisten van de Braziliaanse LHBT-beweging leeft vandaag de dag in een ware staat van spanning en bijna in een uitbraak, waarbij ze voortdurend reageren op voortdurende homofobe aanvallen en conservatieve tegenslagen.

Na bijna een decennium van het formuleren en focussen op de implementatie van een effectieve agenda voor de erkenning van LHBT-burgerschap, van de federale overheid, is de beweging getuige geweest van een reeks tegenslagen.

In 2004 lanceerde de regering-Lula Brazilië zonder Homofobie – gebouwd in samenwerking met de nationale leiders van de beweging. Het was een ongekend en impactvol plan. Acties in verschillende ministeries, die de staats- en gemeentelijke overheden beïnvloedden. Nieuwe referenties, die wijzen op de implementatie van een positief beleid voor LHBT-burgerschap en de bestrijding van homofobie. De agenda van de bestrijding van discriminatie begon in de regeringssfeer te worden opgenomen.

Deze opeenstapeling maakte in 2008 nog een belangrijke stap vooruit mogelijk: de organisatie van de eerste Nationale LGBT-conferentie, met de aanwezigheid van de president van de republiek bij de opening. Op initiatief van de federale overheid werden verschillende andere beleidsmaatregelen geïmplementeerd, zoals de oprichting van de LHBT-Coördinatie, het Nationaal LHBT-beleidsplan, de Nationale LHBT-raad en de dag ter bestrijding van homofobie. Om nog maar te zwijgen van de erkenning van stabiele homoseksuele verbintenissen binnen de uitvoerende macht – die later door de STF zouden worden onderschreven – en de sociale naam van transgenders.

Deze acties hadden gevolgen voor stads- en deelstaatregeringen, maar ook voor de samenleving als geheel, en hielpen bij het creëren van een klimaat dat gunstig was voor een positief beleid voor de homo-, bi- en transpopulatie.

Maar in 2010 creëerde de verkiezingscampagne een nieuw scenario. Religieus obscurantisme en het homofobe discours kwamen in een stroomversnelling en kregen een nieuw gewicht in het publieke debat, waarbij vooral de vrouwen- en LGBT-rechtenagenda werden verboden.

Zo bevroor de regering-Dilma – ondanks dat ze een grote bondgenoot in de strijd tegen homofobie had aangesteld bij het Mensenrechtensecretariaat, federaal plaatsvervanger Maria do Rosário – in de praktijk de verdieping van het LGBT-positieve beleid, geïnitieerd onder Lula's leiderschap.

Van de nu helaas ‘klassieke’ aflevering van het veto van de ‘kit tegen homofobie’, via het weinige gewicht dat aan de II LGBT-conferentie wordt gegeven, tot het veto van de anti-Aids-campagnefilm gericht op jonge homo’s, eindigend met de uitspraak van de nieuwe minister Door verkeerde toespraken van het onderwijs laat het scenario een federale regering zien met zeer weinig betrokkenheid bij de agenda van het overheidsbeleid en de mensenrechten van LHBT’s.

Deze situatie houdt rechtstreeks verband met het gewicht dat fundamentalistische christelijke sectoren – vooral de evangelicals – hebben verworven in het Nationale Congres. De regering-Dilma heeft toegegeven aan dergelijke conservatieve druk.

Maar toegeven aan fundamentalistische chantage is totaal iets anders dan het uitvoeren van ‘homofoob’ management. Als de president geen enthousiasme heeft getoond om de druk het hoofd te bieden en de strijd tegen homofobie te verdiepen, kan ze niet worden geclassificeerd als een regressieve manager, die zich in principe tegen deze agenda verzet. De benoeming van de eerste openlijk biseksuele en militante feministische minister bij het Secretariaat voor Vrouwenbeleid is van niet geringe betekenis.

Dit is de reden waarom het verlies aan focus en de politieke verwarring van een deel van het LHBT-activisme duidelijk begint te worden. Als de frustratie over de regering van Dilma volkomen gerechtvaardigd is, zijn de verbond van nederigheid, de slecht verhulde vrouwenhaat en het sektarisme dat niet.

Het is duidelijk dat een groot deel van de disproportionele aanvallen op Dilma wordt gevoed door partijdige overtuigingen, hetzij vanwege de ideologische band van een deel van de activisten met extreem-links (PSOL), hetzij vanwege de aansluiting van een andere sector bij liberaal-rechts (PSDB). ).

Veel activisten laten zich echter te goeder trouw meeslepen door hun ‘lever’ en negeren de bredere context, slagen er niet in kalme analyses uit te voeren en negeren de complexiteit van de huidige situatie. De aanvallen op het staatssecularisme in Brazilië zijn aanhoudend, ze zijn niet pas begonnen en beperken zich niet tot de kwestie van het LHBT-burgerschap.

Politiek is een krachtenbundeling. En helaas ervaren we een conservatieve golf van grote proporties. Dilma beledigen of de PT ‘homofoob’ noemen, zal helemaal niet helpen bij het overwinnen van de huidige situatie.

Kortom: het ‘gat zit verder naar beneden’. Of: “heel rustig op dit moment”. De LGBT-beweging wordt uitgedaagd om veel politieke analyses uit te voeren om gemeenschappelijke tactieken met andere sectoren op te bouwen en de goede strijd te kiezen, met de beste tactieken.

Immers, “alles is een kwestie van bewaren: de geest rustig, de ruggengraat recht, het hart kalm” (Walter Franco).

*Julian Rodrigues is een activist voor de CORSA-groep, Aliança Paulista LGBT en ABGLT.
 

Maak kennis met Patrick! De verrukkelijke zoon van Arnold Schwarzenegger

Thierry Pepin misbruikt de fetisj met ondergoed van het merk Gregg Homme; zie foto's!