In een document vrijgegeven door de Congregatie voor het Katholiek Onderwijs onthulde het Vaticaan dat het de diensten van psychologen zal gebruiken om te analyseren of er een homoseksuele neiging bestaat bij kandidaat-seminaristen, en verklaarde het ook dat een dergelijke maatregel ‘in bepaalde gevallen nuttig zou kunnen zijn’.
Het Vaticaan heeft een aantal symptomen opgesomd die door professionals tijdens interviews moeten worden geanalyseerd. Als er bijvoorbeeld sprake is van ‘sterke emotionele afhankelijkheid’, ‘onzekere seksuele identiteit’, ‘diepgewortelde neiging tot homoseksualiteit’ en ook van een zekere ‘starheid van karakter’.
De religieuze instelling zegt ook dat psychologen geen deel zullen uitmaken van het onderwijzend personeel en dat een dergelijke analyse alleen kan worden uitgevoerd met de “voorafgaande, vrije en expliciete toestemming van de kandidaat”. Het document, getiteld 'Richtlijnen voor het gebruik van psychologische vaardigheden bij de toelating en vorming van kandidaten voor het priesterschap', werd bevolen door paus Johannes Paulus II (overleden in 2) en goedgekeurd door de huidige vertegenwoordiger van het Vaticaan, Benedictus XVI.
In een officiële verklaring zei de Braziliaanse Vereniging van Homo's, Lesbiennes, Travestieten en Transseksuelen (ABGLT) dat zij de houding van het Vaticaan als een schending van de mensenrechten beschouwt en betreurt dat de instelling "een flagrante praktijk van deze discriminatie zou kunnen overnemen". Met betrekking tot de kwestie van het analyseren van de ‘starheid van karakter’ stelt de ABGLT dat ‘de competentie, of ‘starheid van karakter’ van een priester onafhankelijk is van zijn seksuele geaardheid, net zoals de praktijk van pedofilie niet exclusief is voor homoseksuelen. Studies tonen aan dat pedofilie wordt beoefend tegen kinderen van beide geslachten, meestal door heteroseksuele mannen". Ten slotte zegt de Vereniging dat een dergelijke maatregel antichristelijk is.
